Het Techno Manifest: Een Duister en Guur Terugblik

De technoscene, ooit een warme, open wereld vol verbondenheid en vrijheid, blijkt achteraf een holle schijn - een valstrik waar je met open armen inloopt en er achterkomt dat het je langzaam leegzuigt.
Een leeg merk, uitgehold en opgediend aan een kudde zombies met designer zonnebrillen op binnenlocaties.
De cultuur is gestorven toen ze mainstream werd - begraven onder glitter, ego’s en het collectieve verlangen om vooral niks te voelen.

Wat ooit intens was, rauw, menselijk… is nu een speeltuin voor hersendode escapisten.
Pseudo-creatievelingen in net-niet outfits, halfnaakt onder het mom van zelfexpressie, allemaal op zoek naar betekenis in een kickdrum.
Alsof een 4/4 beat hun persoonlijkheid kan redden.
Alles is een façade. Iedereen speelt mee. En niemand durft te zeggen hoe belachelijk het is geworden.

En laten we het dan hebben over die drugs.
Niet als ritueel, niet als hulpmiddel voor verbinding, maar als standaard.
Als default modus. Een pil om wakker te worden. Een pil om te kunnen lachen.
Een lijn om jezelf interessant te vinden.
Je hebt niks te vertellen, dus je snuift nog maar een keer.
Goed gedaan. Je voelt je even minder leeg. Gefeliciteerd met je tijdelijke persoonlijkheid.

De dansvloer is geen veilige haven meer, het is een vuilnisbelt van verloren blikken,
slappe gesprekken en eindeloos zelfmedelijden op muziek die je al duizend keer hebt gehoord.
Wat jullie “underground” noemen is gewoon marketing.
Die stoffige bunker is niet authentiek, hij is Instagram-aangepast.
Een selfie met industriële muren, en dan snel weer naar buiten om over “energie” te praten met andere vergane zielen.

Techno is niet bevrijdend. Het is een ketting.
Een herhalende keten van rituelen waar niemand meer achter staat, maar die iedereen blijft uitvoeren.
Waarom? Omdat het alternatief - confrontatie met jezelf - nog erger is.
Dan maar blijven dansen. Tot je knieën breken. Tot je lever opgeeft.
Tot je hart op een maandagavond in stilte knapt, ergens tussen de after en je sollicitatiebrief.

Jullie zijn niet rebels. Jullie zijn het product.
Vee dat denkt vrij te zijn omdat de kooi donker is en de muziek hard.
De enige trance waar jullie nog in verkeren is die van zelfbedrog.
En als je je aangesproken voelt - goed. Dat betekent dat je nog iets voelt.
Dat is al meer dan de meesten daarbinnen.

En dan zijn er die anderen. Die glanzende types.
Leeg van binnen maar geoefend in het nadoen van empathie.
Mensen die zich als zonlicht voordoen, maar pas later voel je het:
die warmte brandt gaten in je rug.
Ze hangen om je heen omdat je makkelijk bent. Omdat je geen conflict zoekt.
Omdat je hun gezwets niet direct afkapt.

Ze noemen zich vrienden. Ze zeggen dingen als “je bent altijd zo lief” - en dat klopt, daar teren ze op.
Op jouw goedheid. Tot het niet meer nodig is. Tot je iets zegt wat schuurt.
Dan voel je hoe dicht de façade bij de afgrond zit.
Eén opmerking, één blik te lang, en ze wringen zich uit je leven als een schaduw in de ochtend.

Ze willen binnenkomen. Niet om te blijven, maar om te breken.
Uitspraken, schijnbaar verdraaid achter je rug.
Hun mond beweegt meer als je er niet bent.
En het ergste? Ze voelen zich nog slachtoffer ook.
Ze huilen hun treurige refrein bij zwakke schouders die graag knikken, zolang het maar over iemand anders gaat.

En jij? Jij wordt verteld dat het je verbeelding is.
Tot iemand per ongeluk laat vallen wat er werkelijk gezegd is.
En ineens vallen de stukjes.
Dan hoor je het strijkje op de achtergrond - niet van troost, maar van spot.
En de mensen die je waarschuwden? Die lijken ineens een stuk wijzer dan je dacht.

Dit soort mensen slurpen je leeg terwijl ze glimlachen.
Ze klampen zich aan je vast, maar niet om te steunen - om te parasiteren.
Emotionele parasiet in sneakers. Emotionele hyena’s.
Ze zijn vriendelijk zolang het hen iets oplevert.
En als je niets meer te geven hebt, laten ze je verdorren.
Zonder schuldgevoel. Zonder blik achterom.

Dus als je je nu aangesproken voelt, als je denkt: “zo ben ik niet”… kijk dan even goed in de spiegel.
En luister naar die zachte stem in jezelf die je probeert te overstemmen.
Misschien klinkt het als een waarschuwing.

Maar zeker is dit: Sommige mensen noemen zich vriend, maar gedragen zich als gif.
En daar heb ik genoeg van gehad.

Laat het rotten. Laat het vergaan.
Misschien, als we eindelijk stoppen met deze eindeloze cyclus van pijn en verdoving, blijft er nog iets over dat echt is.
Maar tot die tijd? Ga maar door, ratten in de clubkelder.
De tumor verdwijnt pas als jullie allemaal onderuit liggen.

← Back to home


By Bal Fappius, 30-04-2025